Elektrische Knikmops 100 E bewijst zich in de Botanische Tuinen Utrecht |
|
|
|
|
 |
| 195 sec |
Stil werken tussen levend erfgoed
Tussen zeldzame bromelia's, steile rotspartijen en kronkelende paadjes rijdt sinds een jaar een opvallend stille kracht: de Knikmops 100 E. De compacte elektrische kniklader van Gebroeders Geens werd in de Botanische Tuinen Universiteit Utrecht eerst getest en fungeert nu als duurzaam alternatief voor de vertrouwde dieselmachines. Hoofdtuinman Gerard van Buiten en Marleen Geens van de Belgische fabrikant vertellen hoe emissievrij werken hier in de praktijk vorm krijgt.
De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht zijn een plek waar natuur, onderzoek en publiek elkaar vinden. Op tien hectare komen wetenschap en vakmanschap letterlijk samen. Gerard van Buiten werkt er al 28 jaar en zag de tuin groeien van 30.000 naar 200.000 bezoekers per jaar. 'We zijn gewoon een groot museum,' zegt hij. 'Met tropische kassen, een evolutietuin en een rotstuin van een hectare. En dat allemaal op natte kleigrond. Dan heb je lichte, wendbare machines nodig.'
Duurzaam en comfortabel
De overstap naar elektrisch materieel past in een bredere trend binnen de universiteit. 'De universiteit wil verduurzamen en dus elektrificeren,' zegt Van Buiten. 'Maar voor ons was het vooral praktisch. We rijden vaak, terwijl er bezoekers in de tuin lopen. Dan maakt het veel uit of je met een stille elektrische machine rijdt of met een stinkende diesel.' De Knikmops 100 E bleek precies de goede maat: compact, licht, flexibel en krachtig genoeg voor dagelijks gebruik. 'Dat was echt een zoektocht,' vertelt hij. 'We wilden elektrisch, maar de machines die er waren, waren te zwaar. En voor natte grond moet je onder die 1500 kilo blijven.'
Zoeken en testen
De zoektocht duurde wel even. De oude dieseltrekker voldeed niet meer; andere merken bleken te complex in bediening. 'Tiptoetsen en keuzemenu's, daar heb ik niets mee,' zegt Van Buiten. 'Ik wil knoppen waar je aan moet draaien of trekken.' Via een lokale dealer kwam hij bij Knikmops terecht. De Nederlandse Machine Maatschappij liet hem een prototype van de Knikmops 100 E proberen. 'We konden hem een paar dagen testen. Toen hadden we zoiets van: dit werkt gewoon goed. De stabiliteit viel op, zelfs in de rotstuin met hellingen en ongelijke paden.' Geens: 'De 100 E is het kleinste model uit onze elektrische reeks. Hij is speciaal ontwikkeld voor de Nederlandse markt. Die is veeleisend: natte grond, compact werk en veel aandacht voor duurzaamheid. Dat maakt Nederland voor ons een proeftuin en meteen ook de grootste markt.'
Stil, stabiel en sterk
Na een jaar dagelijks gebruik is de ervaring positief. 'We hebben er geen wanklank over gehoord,' zegt Van Buiten. 'Voor laden, lossen, scheppen en transport: het gaat fantastisch.' De machine vervangt meerdere oude werktuigen en wordt intensief gebruikt door verschillende medewerkers. Juist daarom was eenvoud belangrijk. 'Niet iedereen hier is machinist,' legt hij uit. 'Een simpele bediening voorkomt fouten. Deze werkt gewoon: je draait, je trekt en hij doet wat hij moet doen.' Ook veiligheid speelde mee. De compacte shovel bleek stabiel, zelfs met volle bak op hellend terrein. 'We hebben getest met de aanhangwagen in de rotstuin. Dat ging uitstekend. En dat gaf vertrouwen.'
Maatwerk als standaard
Volgens Geens is maatwerk juist de kracht van het merk. 'Knipmops is modulair. De basis is standaard, maar de klant bepaalt wat erbij komt. Er is een hydraulische aansluiting achteraan en een stekker toegevoegd, zodat ze hun oude kiepende aanhangwagen die ze gebruikten bij de vorige trekker, konden blijven gebruiken. Als we weten wat de klant wil, kunnen we daar goed op inspelen.' Elke markt vraagt om andere accenten. 'Wij komen uit Hoogstraten, met zandgrond. In Nederland is klei het grote thema, in Frankrijk is dat zilte lucht. We bouwen onze knikladers per regio anders op. Zo blijft alles betrouwbaar in de omstandigheden waarin men werkt.'
Praktijkervaring als brandstof voor verbetering
De samenwerking levert waardevolle feedback op. Zo merkt Van Buiten op dat het hydraulische koppelsysteem enige oefening vraagt. 'Je moet het oliesysteem van het aanbouwdeel echt goed drukloos maken, anders krijg je het de volgende keer niet goed aangekoppeld.' Geens knikt: 'Dat horen we vaker. Het blijft een uitdaging om voor de hydraulische koppelingen een lekvrij systeem te combineren met gebruiksgemak. Maar zulke opmerkingen helpen ons om door te ontwikkelen.'
Slimme kracht
Technisch zit de 100 E knap in elkaar. Door één elektromotor te gebruiken, blijft het gewicht laag. Toch voelt de machine krachtig aan. 'Er zit een handig inching-pedaal op,' vertelt Gerard, 'waarmee je de aandrijving even loskoppelt van de voorlader. Zo kun je doseren als je meer kracht nodig hebt. Heel slim gedaan.' Geens vult aan: 'Onze grotere modellen hebben twee elektromotoren en twee hydraulische aandrijvingen. Die zijn nog efficiënter. Maar in deze klasse was één motor de beste keuze voor balans tussen kracht, gewicht en afmetingen.'
Groen werkt fijner
Na bijna dertig jaar ervaring in het groen ziet Van Buiten de omslag naar elektrisch als onvermijdelijk. 'Het is stiller, schoner en gewoon fijner voor mens en plant. Voor ons team scheelt het echt in comfort. En ook voor de bezoekers. Geen uitlaatgassen, geen lawaai. En het past bij de ambitie van de universiteit om duurzaam te werken.'
Gebroeders Geens Het Belgisch familiebedrijf achter Knikmops en Rollmops, maakt al 35 jaar compacte en duurzame machines. Sinds 2020 zijn een aantal naast diesel, ook elektrisch te verkrijgen. De Knikmops KM100E kwam zo in 2024 op de markt, verkrijgbaar met een 20 kWh of een 30 kWh batterij (telkens duurzame en veilige LFP-batterijen). Meer info: https://www.gebroedersgeens.be/nl/product/knikmops-100-e-km100e. In Nederland werkt Gebroeders Geens met twee lokale partners; Nederlandse Machinemaatschappij (Centraal-Nederland) en H.O. Veluwenkamp (Noord-Nederland).
|
De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht liggen aan de rand van de stad, op het terrein van Fort Hoofddijk. Het tien hectare grote park herbergt tropische kassen, een evolutietuin, een rotstuin en duizenden bijzondere plantensoorten, waaronder een van de grootste bromeliacollecties ter wereld. De tuinen trekken jaarlijks ruim 200.000 bezoekers en dienen als plek voor onderwijs, onderzoek en ontspanning. Meer informatie: www.uu.nl/botanischetuinen
|
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|