Op Curaçao is je plantenkennis algauw op orde |
|
|
|
|
| 340 sec |
Hovenierswerk op een tropisch eiland is hard werken, maar: 'Het leven is hier gewoon vrij'
Remco Hoekstra woont nu zo'n 15 jaar op Curaçao en heeft daar zijn hoveniersbedrijf Hoekstra Landscapers met kwekerij. Op zijn 24e reageerde Hoekstra op een vacature in De Telegraaf voor een hovenier op het eiland. Het plan was om binnen enkele jaren terug te keren naar Nederland, maar het eilandleven beviel goed. Hoekstra: 'We bleven de beslissing maar uitstellen, totdat we op een gegeven moment tegen elkaar zeiden: Laten we gewoon blijven.'
|
De vacature waarop Hoekstra op zijn 24e reageerde, was bij een Nederlands hoveniersbedrijf op Curaçao. Na één jaar hier gewerkt te hebben, begon hij voor zichzelf en dat ging eigenlijk vrijwel direct goed. 'Als je hier goed werkt levert, gaat het al snel goed', aldus Hoekstra. 'Na twee maanden had ik al zoveel werk dat ik mijn eerste werknemer aannam. Na één jaar had ik al twee mensen in dienst en zo ben ik doorgegroeid.' Inmiddels heeft de Friese hovenier 18 man personeel, inclusief parttimers. Het bedrijf is ook allang niet meer alleen een hoveniersbedrijf, maar ook een kwekerij met een klein tuincentrum.
Hoekstra Landscapers en kwekerij
Wij bezoeken Hoekstra op de kwekerij, die op een half uurtje rijden van de hoofdstad Willemstad ligt, midden op het eiland. De locatie is een tikkeltje afgelegen, maar dat heeft zo zijn voordelen: Hoekstra zit er nu acht jaar en er is nog nooit iets gestolen - een uitspraak die de hovenier direct afklopt. 'Ik heb wel iemand wonen hier op de kwekerij die toezicht houdt; dat scheelt.' De hovenierstak is actief in zowel aanleg als onderhoud. De onderhoudsploeg bestaat uit acht à negen Haïtianen. Hoekstra: 'Op Curaçao zijn veel Haïtiaanse arbeidsmigranten; die hebben op Haïti vaak plantagewerk gedaan. Ze hebben dus ervaring met groen en zijn gewend hard te werken bij deze temperaturen.' De aanlegploeg bestaat voornamelijk uit Nederlandse vakgeschoolde hoveniers. Waar in Nederland nogal eens geklaagd wordt over het opleidingsniveau van personeel, heeft Hoekstra echt recht van spreken. 'Hier op het eiland is geen enkele vakschool voor het groen; het personeel is hier echt minder goed opgeleid dan in Nederland.' Desondanks is hij blij met zijn huidige team. 'We hebben weinig personeelsverloop, volgens mij wel een teken dat we het naar onze zin hebben.'
|
'De Haïtiaanse arbeidsmigranten zijn door hun plantagewerk gewend aan hard werken in het groen bij deze temperaturen'
| |
|
Verschillen
Een ander verschil met het hoveniersleven in Nederland is natuurlijk het klimaat. Nederland kent vier seizoenen, op Curaçao zijn er slechts twee. Regenseizoen of niet, de natste maanden zijn over het algemeen oktober, november en december. Maar Curaçao is geen tropisch eiland in de zin van hoge luchtvochtigheid. Het eilandklimaat is redelijk droog, dus grootbladige tropische planten zie je hier niet. Buiten het regenseizoen kunnen de temperaturen flink oplopen. Hoekstra: 'Het kan echt afzien zijn om hier te werken in de hitte. Daar verkijken mensen zich nog weleens op. Men denkt aan een relaxt eilandleven, maar het is hier hard werken, ook vanwege het cultuurverschil. Nederlands personeel is vaak meer zelfsturend; hier moet je er echt bij blijven.' Een ander groot verschil is volgens Hoekstra de grondsoort. 'Ik kom uit Friesland en daar op de kleigrond groeit eigenlijk alles. Hier bestaat de bodem ook uit rotsen; daar groeit niks op.' Een ander verschil dat Hoekstra aankaart, is het assortimentsaanbod. 'In Nederland heb je keuze uit duizenden verschillende soorten tegels; hier op het eiland is het aanbod beperkt.' Dit beperkte aanbod geldt voor dode materialen, maar net zo goed voor plantmateriaal. Dit heeft als voordeel dat je als hovenier op Curaçao je plantenkennis algauw op orde hebt. Hoekstra: 'Je hebt hier een tiental soorten loofbomen, 50 soorten palmen en zo'n 150 soorten vaste planten. Als je die allemaal leert, ben je er al.' Ook de marges en prijzen verschillen met Nederland. De marges op levend materiaal zijn lager. In Nederland kun je hier meer marge op pakken, omdat de prijzen voor plantmateriaal in tuincentra zo hoog zijn. Als de consument gaat googelen, komt hij veelal niet goedkoper uit. Hoekstra: 'Ik kan hier slechts 10 à 20 procent marge op beplanting zetten; anders gaan ze het zelf halen bij de kweker.'
|
'In Nederland heb je keuze uit duizenden soorten tegels, planten en andere materialen. Hier op het eiland is het aanbod beperkt'
| |
|
Business en tarieven
Hoekstra komt aan zijn klandizie door mond-tot-mondreclame. 'Ik maak zelf eigenlijk geen reclame voor mijn hoveniersbedrijf; dat loopt gewoon goed. Ik heb al drie jaar een stop op onderhoudsklussen. Voor het tuincentrum adverteer ik nu af en toe wel wat. Hiervoor moeten we nog naamsbekendheid opbouwen.' Het uurtarief voor een hovenier ligt bij Hoekstra op 37,50 Antilliaanse gulden. Dit is omgerekend nog geen 20 euro. Hoekstra: 'Dat is voor hier een redelijk dure onderhoudsjongen. Voor aanlegklussen heb ik geen specifiek uurtarief. Wij werken op basis van een aanneemsom.'
| Hoekstra stekt silver buttonwood (Conocarpus erectus var. sericeus) met Sphagnum. Het mos met hormoonpoeder wordt ingepakt in plastic folie en daarna in aluminium folie. |
|
|
Tuincentrum en kwekerij
Inmiddels heeft Hoekstra ook al acht jaar een kwekerij, een tak van zijn bedrijf die sinds dit jaar winstgevend is. Het grootste deel van de kwekerij is volle grond. Hoekstra koopt planten in die hij verder opkweekt, maar er wordt ook vanuit zaad gekweekt. Het kwekersleven heeft de afgelopen jaren zijn hart gestolen. 'Ik was altijd al een hovenier die meer aandacht had voor het groen. De nieuwste trends op het gebied van tegels of andere dode materialen konden mij nooit zo boeien. Ik denk ook niet in zichtlijnen; ik houd van natuurlijke tuinen waarin veel groen is toegepast.' Binnen het kwekersvak heeft Hoekstra zichzelf veel geleerd. 'Ik lees er online veel over en probeer ook gewoon dingen uit.' Zo stekt hij sinds kort met Sphagnum en hormoonpoeder, iets wat hij via de Universiteit van Florida heeft geleerd. Hoekstra past deze methode veelvuldig toe bij de gewilde silver buttonwood (Conocarpus erectus var. sericeus). Deze laag vertakkende, meerstammige heester met zilverachtige bladeren wordt veelvuldig toegepast op Curaçao, voornamelijk als haagplant.
| Remco Hoekstra met zijn rainbow eucalyptus |
|
|
Eucalyptus in alle kleuren van de regenboog
Met een golfkar maken we een ronde over de kwekerij van vijf hectare. We stoppen direct bij de rainbow eucalyptus. De naam verraadt het al: de stam van deze eucalyptus krijgt alle kleuren van de regenboog. De boom staat nu vijf jaar op de kwekerij en is al 8 à 10 meter hoog. Hoekstra: 'Het zaad van deze boom heb ik uit een botanische tuin in Florida meegenomen. Ik vond hem zo mooi dat ik dacht: ik probeer gewoon of hij aanslaat op Curaçao.' Een van de redenen waarom de boom het zo goed doet, zou kunnen zijn dat hij vlak bij de irrigatie staat. Omdat het klimaat redelijk droog is, zijn er op de kwekerij twee diepe putten geslagen. Hoekstra: 'Deze zijn 25 meter diep en hebben een diameter van 30 centimeter. Daar hangen we een dunne pomp in, die het water continu opzuigt.' Hoekstra schat dat de kwekerij dagelijks 30 à 40 kuub water verbruikt. Hij vermoedt dat de lezers dit waterverbruik misschien niet heel duurzaam vinden. Daarover zegt hij: 'We zitten hier op een laaggelegen deel van het eiland, dus ik hoef nooit heel diep te gaan om water te krijgen. In de regentijd zit het soms op maar 2 meter onder het maaiveld; het waterniveau wordt dan aangevuld. Zo hadden we in 2020-2021 een gigantisch regenseizoen. Een deel van de kwekerij stond toen helemaal blank.'
We arriveren bij de meerstammige manilla's, Veitchia merrillii. Het is een heel dankbare palm, aldus Hoekstra. 'Als deze palm twee à drie dagen uit de grond is, groeit hij daarna gewoon verder. Verder kan hij goed tegen wind en droogte - fijne eigenschappen voor Curaçao. De verkoop van de meeste palmen gaat niet, zoals bij loofbomen in Nederland, op basis van de stamomtrek, maar van de hoogte. Er wordt bij deze manilla's gemeten vanaf de grond tot de bovenste bolling van het blad. De manilla kost 250 ANG per meter.
| De palm waarmee Hoekstra op de foto staat, kost 450 Antilliaanse gulden, omgerekend ongeveer 230 euro. Deze prijs is inclusief alles, behalve planten en bezorgen. |
|
|
We passeren de shady lady black olive tree - populair omdat het een schaduwboom is, zoals de naam al zegt. De boom wordt gekweekt in Nederlandse bigbags. Een ander Nederlands product is de Knikmops die op de kwekerij rondrijdt. 'Voor onderdelen heb ik altijd contact met De Schans in Nederland, een fijn bedrijf.' Verder rijden er een minigraver van Yanmar en een shovel van Chinese makelij rond. Al deze machines moeten geïmporteerd worden, wat ze vaak dubbel zo duur maakt. Hoekstra's grote droom is om zo lokaal mogelijk te gaan werken. Dat is een uitdaging, want op Curaçao wordt vrijwel alles geïmporteerd. 'Ik importeerde voorheen ook compost uit Nederland, maar inmiddels hebben we een eigen composthoop aangelegd.' Hoekstra gebuikt ook zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen - uit overtuiging in het kader van duurzaamheid, niet omdat de wetgeving dat vereist. Een andere soort op de kwekerij is Phoenix sylvestris, wilde dadelpalm. Hoekstra: 'Dit is een palm die sneller groeit en niet vatbaar is voor ziektes. Het is ook de enige palm die we verkopen op clear trunk height (de hoogte van de kale stam).' De prijs van de palm wordt bepaald door de stamhoogte zonder het blad mee te meten. Deze palmen kosten 1250 Antilliaanse gulden per meter kale stam. Hoekstra is net terug van een tripje naar Florida. Daar koopt hij palmen in en doet hij inspiratie op door te kijken wat eventueel zou kunnen aanslaan op het eiland. 'Ik heb daar heel bijzondere palmen gekocht, 25 jaar oud, die afkomstig zijn van een dadelplantage in Texas.' Hoekstra beaamt dat je dit zou kunnen vergelijken met de Nederlandse trend om oude 'gepensioneerde' fruitbomen op te kopen. De bomen komen per schip. 'Die palmen kunnen wel tien dagen onderweg zijn voordat ze hier op de kwekerij weer in de grond staan, maar palmen kunnen gelukkig tegen een stootje. De eerste keer vond ik het wel spannend, want het is een flinke investering.' Eén dadelpalm kost rond de 10.000 Antilliaanse gulden, wat afgrond neerkomt op 5.000 euro.
|
'Ik importeerde voorheen compost uit Nederland, maar we hebben nu een eigen composthoop'
| |
|
| De shady lady black olive tree wordt opgekweekt in Nederlandse bigbags. |
|
|
Tuincentrum
De nieuwste tak van Hoekstra's bedrijf is het tuincentrum. 'We hadden op de kwekerij een overproductie van kleine planten. Dat hopen we via het tuincentrum te kunnen rechtzetten. We zijn nu vijf dagen per week in de ochtend open. Het zit nog in de opstartfase, maar het begint al goed te lopen.' Hoekstra, tot besluit: 'Het is hard werken, maar het leven is hier gewoon heel vrij.'
| Het tuincentrum is de nieuwste tak van Hoekstra's onderneming. |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Frank schutte
Sunday 16 October 2022 |
|
Hoi Remco.. Onze dochter en schoonzoon wonen op Curacao. Ben zelf hovenier ,en heb een ontwerp gemaakt voor hun tuin daar . Nu heb ik in Nederland materialen kennis en het uitvoeren ervan ,maar op Curacao weet ik niet precies wat voor materialen daar zijn Kun je mij info daar overgeven. Gr frank
|
|
|
Tip de redactie
|
|
| |
Fleetexpo
|
woensdag 13 november 2024 t/m donderdag 14 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|